Vijf wist-je-datjes over het Braziliaans Portugees

6 juli 2018
Hun stranden, hun carnaval, hun voetbalteam … De Brazilianen hebben redenen te over om trots te zijn op hun land. En dan is er nog het Braziliaans Portugees, een heerlijk zachte taal … Hier zijn vijf leuke taalweetjes over het ‘brasilero falado’, zoals het alledaagse Braziliaans ook wel wordt genoemd.

1. De voertaal in Brazilië is het Portugees, maar dat klinkt er net iets anders dan in Portugal. Het verschil zit voornamelijk in de uitspraak. Brazilianen ‘zingen’ meer, terwijl Portugezen vele klinkers inslikken.

 

2. De woordenschat in Brazilië en Portugal verschilt soms ook lichtjes. Noemen ze in Portugal een gsm een ‘telemóvel’, dan spreken ze in Brazilië van een ‘celular’. Een Braziliaanse stewardess is een ‘aeromoça’ (‘luchtmeisje’), maar haar Portugese collega blijkt al iets gastvrijer: ‘hospedeira’ (‘gastvrouw’).

 

3. ‘Saudade’ is – samen met ‘gezellig’ – een van de moeilijkst te vertalen woorden ter wereld. Het beschrijft de mengeling van gevoelens van gemis, afstand en verlies. Mogen we het voor één keer de Brazilianen toewensen? 

 

4. Zoals alle talen kent het Braziliaans Portugees enkele grappige uitdrukkingen.
Heeft een Braziliaan het over ‘descascar o abacaxi’ (‘een ananas schillen’), dan is hij een moeilijk probleem aan het oplossen. Een Braziliaan die door de mayonaise aan het reizen is (‘viajar na maionese’) begrijpt iets niet of komt uit de lucht gevallen.

 

5. Brazilië is genoemd naar brasil, een houtsoort die destijds rode verf voor de textielindustrie leverde. Dat de Rode Duivels straks brandhout maken van de Brazilianen, is dus niet eens zo vergezocht. :) Vamos!